Handleiding

Zicht op het geheel

Het actie-instrument “omgaan met diversiteit binnen de lerarenopleiding” biedt enerzijds een handvat om maatregelen en acties die genomen worden in kader van een diversiteitsplan te screenen op hun diversiteitsgehalte en is anderzijds een inspiratiebron om een diversiteitsplan vorm te geven. Dit tweeledig doel blijkt uit de twee ingangen die u kan gebruiken:

  • Wanneer u voor de ingang screening kiest, komt u terecht op een screeningslijst. Na het invullen van de screening, krijgt u een overzicht van uw goede en minder goede punten. Van hieruit kan u gerichter nagaan welke acties / activiteiten u kunnen inspireren.
  • Wanneer u voor de ingang inspiratie kiest, komt u terecht op een lijst van voorbeelden die u kunnen inspireren om te werken aan omgaan met diversiteit.

Naast deze twee ingangen, kan u er ook voor opteren om gebruik te maken van één of meerdere deelinstrumenten:

  • Deelinstrument op niveau van de lerarenopleiding: Dit deelinstrument poogt een screening te doen van het diversiteitsbeleid en tips te voorzien voor toekomstige acties in kader van een diversiteitsbeleid
  • Deelinstrument op niveau van de lerarenopleider: De lerarenopleiders kunnen individueel of als team het diversiteitsgehalte van hun eigen lespraktijk meten. Naargelang de uitkomst van de bevraging worden er tips gegeven om het omgaan met diversiteit in de eigen lespraktijk verder op punt te zetten / te bevorderen.
  • Deelinstrumenten op niveau van de studenten. Binnen dit niveau onderscheiden we twee vragen, nl.
  • In welke mate beheersen de studenten de sleutelcompetenties omgaan met diversiteit? En hoe kunnen we deze competenties bevorderen bij de studenten? => deelinstrument student als lid van de samenleving
  • In welke mate beheersen de studenten de beroepscompetenties omgaan met diversiteit, m.a.w. in welke mate zijn de studenten in staat om om te gaan met diversiteit als toekomstige leerkracht? => deelinstrument student als toekomstige leerkracht

Volgende richtvragen kunnen u helpen bij de keuze van een deelinstrument of ingang:

  • Wat willen we bereiken?
    • In welke mate is de competentie omgaan met diversiteit bij de studenten aanwezig? => screening, deelinstrument student als lid van de samenleving
    • In welke mate dienen we de student leren omgaan met diversiteit in de klas? => screening, deelinstrument student als toekomstige leerkracht
    • Hoe gaan we als lerarenopleider om met diversiteit? => screening, deelinstrument lerarenopleider
    • Hoe gaan we als instelling om met diversiteit? => screening, deelinstrument lerarenopleiding
    • Hoe kunnen we als lerarenopleider de student leren omgaan met diversiteit? => inspiratie, deelinstrument lerarenopleider, deelinstrument student als lid van de samenleving, deelinstrument student als toekomstige leerkracht
    • Hoe bereiden we de student voor op omgaan met diversiteit in de klas? => inspiratie, deelinstrument student als toekomstige leerkracht
    • Wat kunnen we als opleiding doen om het personeel te stimuleren om om te gaan met diversiteit? => inspiratie, deelinstrument lerarenopleiding
    • ...
  • Waarom maken we deze keuze?
  • Welke ingang / deelinstrument kunnen we hiervoor gebruiken?
  • Wie betrekken we bij de screening / activiteiten?
    • Individuele lerarenopleiders?
    • Een team van lerarenopleiders bvb. binnen een bepaalde opleiding?
    • Alle lerarenopleiders binnen de instelling?
    • Een team van coördinatoren / vakverantwoordelijken / ...?
    • Welke impact heeft dit op de resultaten? Wat zijn voordelen / nadelen van deze keuze met betrekking tot het doel van de screening?
    • ...
  • Op welke manier doen we dit?
    • Opgelegd / vrijwillig
    • Tijdens werkgroepvergaderingen
    • Interne vorming
  • Hoe garanderen we dat er acties aan de resultaten worden gekoppeld?

Hoe het instrument gebruiken?

Het luik inspiratie kan u altijd raadplegen.

Om de screening te doen, is het noodzakelijk om een login aan te vragen. Na het inloggen worden uw resultaten zichtbaar op de website.

Gebruikt u het instrument als individu of als instelling?

In kader van een diversiteitsbeleid gaan we ervan uit dat alle teamleden mee screenen. Omgaan met diversiteit is nu eenmaal een zaak van het hele team. Dit betekent niet noodzakelijk dat alle teamleden individueel de screeningslijsten invullen. Men kan ook in groepjes van 4 of 5 samen tot een oordeel komen en daarna de groepsscores samen leggen.

In een aantal situaties kan ook gekozen worden voor een beperkte deelname van het team. Enkele mogelijkheden zijn dan:

  • Een kernteam: een team waarin bijvoorbeeld vakken, richtingen enzovoort zijn vertegenwoordigd.
  • Een deelteam: bijvoorbeeld de lerarenopleiders Bachelor in het Onderwijs: kleuteronderwijs, de werkgroep diversiteit,...

Geïnteresseerden houden we echter niet tegen om op eigen houtje de eigen praktijk te screenen.

INSTELLING

Wenst u de screening te doen als instelling, bepaal dan wie de resultaten van de instelling zal beheren. Deze persoon maakt een profiel van de instelling aan: de naam van de instelling, het type instelling (CVO, hogeschool, universiteit) en de gegevens van de beheerder (emailadres en paswoord). Zie button "Wilt u als instelling dit instrument hanteren?". De beheerder kan zowel de resultaten van zijn eigen individuele screening als de resultaten van de instelling bekijken. De beheerder kan het instellingsprofiel aanpassen.

Het is noodzakelijk dat, eens u een instellingsprofiel heeft aangemaakt, de personeelsleden een login aanvragen en hierbij aanduiden bij welke instelling ze werken.  Ook worden een aantal gegevens gevraagd m.b.t. onderwijsniveau (Bachelor in Onderwijs: kleuteronderwijs, Bachelor in Onderwijs: lager onderwijs, Bachelor in Onderwijs: secundair onderwijs, Bachelor na Bachelor) en functie.

Elk personeelslid dient één niveau en één functie te kiezen. Werkt iemand bvb. zowel in "Bachelor voor onderwijs: kleuteronderwijs" als in "Bachelor voor onderwijs: lager onderwijs", dan dient de desbetreffende persoon het niveau aan te duiden waarin hij of zij het meest werkzaam is of het niveau waarvoor de screening bedoeld is. Ook bij de functie kan men slechts één optie aanvinken. De personeelsleden duiden dan de hoofdfunctie aan of de functie waarvoor ze de screening invullen.

Breng de personeelsleden op de hoogte van de periode waarin de screening dient te gebeuren. De screening is beperkt in tijd opdat u de screening op een later tijdstip opnieuw kan uitvoeren (evolutie in kaart brengen) alsook om daadwerkelijk een eindmoment voor het berekenen van de resultaten te hebben.  U kan er voor kiezen om de screening uit te voeren in een week, twee weken, een maand, een trimester of per semester. De startdatum kan u zelf ingeven. Standaard staat de periode op een semester met als startdatum het moment waarop u een instellingsprofiel aanmaakt. 

De resultaten kan u bekijken in het tabblad "Mijn resultaten".  U geeft zelf aan van welke periode u de resultaten wenst te zien bvb. van 1 september 2011 tot 30 oktober 2011. Hierdoor kan u bij het uitvoeren van meerdere screenings, de resultaten van verschillende periodes met elkaar vergelijken. 

U kan aangeven welke resultaten u wenst te zien. Met name voor het geheel of per deelinstrument. U kan telkens dieper graven. Per deelinstrument kan u namelijk kijken hoe het zit met elke competentie / elk doel.  Voor elke competentie / elk doel kan u op zijn beurt nagaan hoe gescoord wordt per subcompetentie / subdoel. U kan niet nagaan welke resultaten bij een bepaalde persoon horen. Wel kan u ervoor kiezen om de resultaten volgens een aantal bijkomende filters te zien:

  • Niveau
    • Bachelor in onderwijs: kleuteronderwijs
    • Bachelor in onderwijs: lager onderwijs
    • Bachelor in onderwijs: secundair onderwijs
    • Bachelor na bachelor
  • Functie
    • Beleidsvoerend personeel
    • Onderwijzend personeel
    • Ondersteunend personeel
    • Stagebegeleider
    • Trajectbegeleider
    • Andere

De resultaten worden weergegeven in staafdiagrammen. U kan voor voornoemde filters nagaan hoe de instelling scoort. De Y-as omvat percentages (hoeveel procent van de deelnemers heeft deze score?), de X-as een overzicht van de (sub)competenties / (sub)doelen gekoppeld aan de gegeven score (--, -, +, ++) cf. deel "Aan de slag".

Elk personeelslid kan na inloggen de eigen resultaten bekijken. Weliswaar enkel per deelinstrument, doel /competentie en per subdoel / subcompetentie. Hij ziet niet de resultaten per niveau en functie. Het is aan de beheerder om deze resultaten desgewenst te verspreiden. Elk personeelslid ziet de eigen resultaten ten opzichte van de resultaten van de instelling (de resultaten van de instelling zijn uiteraard pas volledig na het afsluiten van de screeningsperiode).

INDIVIDU

U kan als individu de screening invullen. U zal gevraagd worden in te loggen.

Na het invullen van de screening kan u de resultaten bekijken in het luik "Mijn resultaten". U kan aangeven welke resultaten u wenst te zien. Met name voor het geheel of per deelinstrument. U kan telkens dieper graven. Per deelinstrument kan u nagaan hoe u scoort voor elke competentie / elk doel.  Voor elke competentie / elk doel kan u op zijn beurt nagaan hoe u scoort per subcompetentie / subdoel.

Aan de slag...

De deelinstrumenten op niveau van de lerarenopleider en op niveau van de lerarenopleiding.

SCREENING

Het luik screening bestaat uit een checklist. Voor deze checklist vertrekken we vanuit de competentie “omgaan met diversiteit” voor het desbetreffende niveau. De doelen / competenties die bij elk niveau horen, zijn geconcretiseerd in een aantal subdoelen / subcompetenties.

Bij elk subdoel / subcompetentie kan u kiezen uit 4 antwoordcategorieën:

- -

Neen, dat is absoluut geen aandachtspunt van mij/van onze instelling.

-

Nee, daar heb ik als lerarenopleider/hebben we als instelling maar weinig aandacht voor.

+

Ja, daar let ik op in mijn praktijk. Of: Ja, daar heeft ons beleid aandacht voor.

+ +

Ja, dat maakt onlosmakelijk deel uit van mijn dagelijkse praktijk/van ons dagelijks beleid.

INSPIRATIE

In het luik inspiratie vindt u een overzicht van de competenties en de erbij horende doelen. Per competentie kan u kijken welke acties ondernomen kunnen worden. Of een actie al dan niet aan te raden is binnen de eigen context, laten we aan u over. Het actie-instrument kreeg namelijk vorm in samenwerking met verschillende instanties. Elke instantie heeft zijn eigenheid en specifieke doelgroep: wat goed werkt binnen een initiële lerarenopleiding, kan bvb. moeilijk te concretiseren zijn binnen een specifieke lerarenopleiding; er is soms een groot onderscheid in de groepsgrootte van de studenten, wat zonder meer een invloed heeft op de organisatie van de lerarenopleiding; ...

De deelinstrumenten op niveau van de student

  • Student als lid van de samenleving: In welke mate beheersen de studenten de sleutelcompetenties omgaan met diversiteit? En hoe kunnen we deze competenties bevorderen bij de studenten?

    We onderscheiden zes competenties: normaliteit, onbevooroordeeldheid en non-discriminatie, multiperspectiviteit, flexibiliteit, dialoog en samenwerking, en leren van elkaar.

  • Student als toekomstige leerkracht: In welke mate beheersen de studenten de beroepscompetenties omgaan met diversiteit, m.a.w. in welke mate zijn de studenten in staat om om te gaan met diversiteit als toekomstige leerkracht?

    Ook hier onderscheiden we zes competenties: diversiteit waarnemen in de klas, op school en daarbuiten, diversiteit op een positieve manier benaderen, kinderen en jongeren begeleiden tot kwaliteitsvolle interactie met elkaar en met anderen, diversiteit integreren in het totale onderwijsleerproces van jongeren en kinderen, omgaan met de diversiteit van medestudenten, leerlingen, leerkrachten, ouders en externe partners en de eigen maatschappelijke verantwoordelijkheid zien en ernaar handelen.

SCREENING

Het luik screening bestaat uit een checklist. Voor deze checklist vertrekken we vanuit de competentie “omgaan met diversiteit” voor het gekozen deelinstrument. Elke competentie is geconcretiseerd in subcompetenties. De lerarenopleider vult de screening in. Al naargelang de groepsgrootte kan men ervoor opteren om de screening per student te doen of voor een groep studenten. Het is aangewezen om bij elke subcompetentie na te gaan of u een specifiek voorbeeld voor ogen kan houden vooraleer de screening in te vullen.

Het spreekt voor zich dat het opnemen van een screening door studenten zelf erg interessant kan zijn. We reiken handvatten daartoe aan binnen het luik inspiratie. Eveneens verwijzen we  naar DISCO, DiversiteitsSCreeningOnderwijs. Er is nl. voor elk niveau (kleuteronderwijs, lager onderwijs en secundair onderwijs) een instrument voorzien. De competenties overlappen en de aangereikte voorbeelden zijn afgestemd op de specifieke context (kleuter, lager of secundair onderwijs).

Bij elke subcompetentie kan u kiezen uit 4 antwoordcategorieën:

- -

Neen, dat is absoluut geen aandachtspunt.

-

Nee, daar is maar weinig aandacht voor.

+

Ja, daar wordt op gelet.

+ +

Ja, dat maakt onlosmakelijk deel uit van de praktijk.

Voor meer informatie over hoe u zicht kan krijgen op de diverse competenties, verwijzen we naar het luik inspiratie. Daar is er per competentie een onderdeel evalueren en observeren voorzien, waar u tips krijgt over hoe u zicht kan krijgen op de desbetreffende competentie.

INSPIRATIE

Beide deelinstrumenten (student als lid van de samenleving en student als toekomstige leerkracht) hebben hetzelfde stramien. Per competentie is er een apart luik voorzien. Dit brengt een zekere mate van flexibiliteit met zich mee. Men kan er als lerarenopleider bvb. voor kiezen om zich te focussen op een aantal competenties of om het in kaart brengen / werken aan de competenties te spreiden in tijd.

Per competentie zijn er verschillende onderdelen uitgewerkt, met name:

      • Duiding: hier vindt u uitleg over wat we onder de desbetreffende competentie verstaan.
      • Subcompetenties: de concretisering van de competentie in een aantal subcompetenties.
      • Omgaan met diversiteit in het beroepsprofiel en de basiscompetenties van de leraar: er wordt aangegeven waar de competentie terug te vinden is in het beroepsprofiel en de basiscompetenties van de leraar.
      • Evalueren en observeren: hier geven we een aantal tips over hoe men zicht kan krijgen op de competentie en wordt desgewenst een observatieschema aangeboden.
      • Mogelijke activiteiten om te evalueren / observeren: hier vindt u één of meerdere uitgeschreven activiteit(en) waar de competentie enerzijds geëvalueerd / geobserveerd kan worden en waar anderzijds gewerkt wordt aan de competentieontwikkeling van de studenten.
      • Interpreteren en analyseren van de resultaten: een aantal richtvragen worden gegeven om na te gaan waarom de studenten (minder) goed scoren op de competentie.
      • Mogelijke acties: hier geven we tips en aandachtspunten om te integreren in de eigen lespraktijk.
      • Concrete activiteiten en materialen: overzicht van bronnen waar u concrete activiteiten en materialen kan vinden.
      • Uitwerking: overzicht van de meewerkende partners en gebruikte literatuur / materialen om de verschillende onderdelen vorm te geven.