Integratie onderwijsleerproces

De student leert diversiteit te integreren in het totale onderwijsleerproces van jongeren en kinderen.

Diversiteit loopt als een rode draad door onderwijsleerprocessen. Het is geen aparte onderwijsinhoud die je als een toevoegsel aan het curriculum kan zien. Leren omgaan met diversiteit is samen betekenis construeren door interactie met elkaar, tussen lerenden en tussen leerkracht en lerenden.

Dialoog is het vertrekpunt voor gezamenlijke en doelgerichte reflectie zodat men zich bewust wordt van interpretaties van de wereld en van de perspectieven die de waarneming en het handelen sturen. Het gaat om het scheppen van concrete situaties waarin er interactie, variatie, dialoog en reflectie is, waarin mensen leren over wat ze moeten doen, en waarin beslissingen het voorwerp zijn van tegenspraak en worden getoetst aan het criterium van goede argumentatie.

Omgaan met diversiteit omvat het opzij zetten van de eigen standpunten en belangen om vanuit een onderzoekende houding over de anderen na te denken. Respect voor elkaar is hierbij een basishouding.

Een krachtige leeromgeving maakt dit mogelijk: een leeromgeving die participatie, betekenisgericht leren, levensechte contexten en zelfsturing stimuleert. Dit houdt in dat leerkrachten zich niet moeten blindstaren op één alleenzaligmakende leerstijl en verlangen dat lerenden zich daaraan aanpassen: door lerenden afwisselend bloot te stellen aan meerdere leermethoden krijgen ze meer kansen om een uitgebreider repertoire aan leervaardigheden en –strategieën te ontplooien.

Subcompetenties

Chart

Omgaan met diversiteit in het beroepsprofiel en de basiscompetenties van de leraar

1. Functioneel geheel 1: de leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen

1.2. Doelstellingen kiezen en formuleren (differentiëren)

1.3. De leerinhouden/leerervaringen selecteren (tijd en ruimte vrij maken voor spontaan en informeel leren)

1.4. Leer- en ontwikkelingskansen structureren en vertalen in onderwijsaanbod

1.5. Aangepaste werkvormen en groeperingsvormen bepalen 1.6. Individueel en in teamverband (ontwikkelings)materialen kiezen en aanpassen

1.7. Realiseren van een ontwikkelingsbevorderende omgeving met aandacht voor de heterogeniteit van de groep

1.8. Observatie en evaluatie voorbereiden (breed en billijk evalueren)

1.11 Het leer-en ontwikkelingsproces adequaat begeleiden in Standaardnederlands en daarbij rekening houden met en gericht inspelen op de diverse persoonlijke en maatschappelijke taalachtergronden van de kleuters / leerlingen.

1.12 Omgaan met de diversiteit van de groep.

2. Functioneel geheel 2: de leraar als opvoeder

2.2 De emancipatie van de kleuter / de leerlingen bevorderen (uitdrukkelijk de eigen inbreng van kinderen en jongeren stimuleren)

Attitudes:

  • A1 beslissingsvermogen: durven een standpunt in te nemen of tot een handeling over te gaan, en er ook de verantwoordelijkheid voor dragen.
  • A3 kritische ingesteldheid: bereid zijn zichzelf en zijn omgeving ter discussie te stellen, de waarde van een bewering of een feit, de wenselijkheid en haalbaarheid van een vooropgesteld doel te verifiëren, alvorens een stelling in te nemen.
  • A5 organisatievermogen: erop gericht zijn de taken zo te plannen, te coördineren en te delegeren, dat het beoogde doel op een efficiënte manier bereikt kan worden.
  • A7 verantwoordelijkheidszin: zich verantwoordelijk voelen voor de school als geheel en het engagement aangaan om een positieve ontwikkeling van het kind te bevorderen.
  • A8 flexibiliteit: bereid zijn zich aan te passen aan wijzigende omstandigheden, zoals middelen, doelen, mensen en procedures.

Evalueren & observeren

Als veel studenten (niet) goed scoren met betrekking tot deze competentie, hoe zou je dit kunnen verklaren?

Deze competentie wordt best geëvalueerd over een langere periode, binnen verschillende situaties en vanuit verschillende perspectieven. Het is namelijk niet mogelijk om onmiddellijk zicht te krijgen op de mate waarin de studenten deze competentie bezitten.

 Verschillende situaties:

  • Opdracht binnen de les: coöperatieve werkvormen, proefles, uitstap,…
  • Observatie tijdens stage
  • Intervisie
  • Bespreking cases

 Verschillende perspectieven:

  • Perspectief van medestudenten
  • Perspectief van student zelf bvb. aan de hand van een portfolio
  • Perspectief van de lerarenopleider
  • Perspectief van de stagementor
  • Perspectief van de kinderen / jongeren

Observatieschema:

Lesinhoud / context:

 

Groep:

Beoordelaar:

 

 

Competentie :  De student leert diversiteit te integreren in het totale onderwijsleerproces van jongeren en kinderen.

 

 

 

 

Datum

 -

 

 

+/-

 

+

 

++

 

Waarom geef je deze score?

Staaf met voorbeelden.

 

De student gaat gericht op zoek naar vormen van diversiteit bij leerlingen en benut deze tijdens het leerproces.

 

 

 

 

 

 

De student bouwt variatie in zijn didactische praktijk in.

 

 

 

 

 

 

De student stimuleert uitdrukkelijk de eigen inbreng van leerlingen.

 

 

 

 

 

 

De student bouwt differentiatie in in de eigen klaspraktijk.

 

 

 

 

 

 

De student laat een brede waaier van talenten en competenties aan bod komen tijdens het leerproces.

 

 

 

 

 

 

De student maakt tijd en ruimte vrij voor spontaan en informeel leren.

 

 

 

 

 

 

De student gaat op zoek naar verbindingen tussen binnen- en buitenschoolse leerervaringen van leerlingen.

 

 

 

 

 

 

De student onderwerpt zijn lesmateriaal aan een diversiteitstoets.

 

 

 

 

 

 

De student kan breed en billijk evalueren.

 

 

 

 

 

 

        

 

-           Moet verbeteren, er wordt meer verwacht

+/ -      Aanvaardbaar

+          Goed, voldoet aan de verwachtingen

++       Uitstekend, overtreft de verwachtingen

Activiteiten

Interpreteren & analyseren

Wanneer de studenten slecht scoren op deze competentie, hoe kan je dit verklaren? Volgende vragen kunnen je helpen:

  •  Hoe integreer je als lerarenopleider zelf omgaan met diversiteit in je lespraktijk?
  • In welke mate maak je gebruik van een variatie aan werkvormen? Iedereen heeft zijn eigen onderwijsstijl. Je doet er goed aan om eens na te gaan of er bepaalde vormen van lesgeven of methodieken niet uit de boot vallen.
  • In welke mate stimuleer je de inbreng van de studenten? Gebruik je voldoende open vragen? Zijn de studenten betrokken bij de beslissing over aangeboden inhouden, evaluatiecriteria,…? Laat je spontane interactie toe?
  • Hoe ga je zelf om met verschillen in tempo, niveau,…?
  • Is er in het lesmateriaal dat je gebruikt ruimte voor diversiteit of stelt men bepaalde zaken vrij stereotiep voor?
  • Kennen studenten criteria om lesmateriaal op te screenen in kader van omgaan met diversiteit?
  • Zijn de studenten vertrouwd met alternatieve evaluatievormen?
  • Reflecteer je regelmatig met studenten over je aanpak? Met name waarom je een bepaalde werkvorm gebruikt, je het belangrijk vindt om een bepaalde groepssamenstelling te maken,…?

Mogelijke acties

Met het oog op omgaan met diversiteit kunnen studenten voor hun stage kiezen uit een aantal lesgerelateerde activiteiten:

  • Een lessenreeks opstellen waarbij expliciet naar differentiatie wordt gezocht.
  • Op basis van observaties of analyse van toetsresultaten gericht interventies voor de leerlingen uitbouwen.
  • Huiswerkbegeleiding thuis
  • Meedraaien met de leerlingenbegeleiding op school.

 Laat de aanwezige diversiteit blijken in de zorg voor het lokaal:

  • Zorg voor een goede en duidelijke organisatie en opstelling in het lokaal:
    • Stimuleert de opstelling werken in groep?
    • Kunnen studenten gemakkelijk contact leggen met elkaar?
    • Waar bevind jij je in het lokaal?
    • Ben je vlot bereikbaar?
    • Kan je je gemakkelijk tussen de studenten begeven?
  • Hoe weerspiegelt het lokaal diversiteit?
    • Hoe zit het met de aankleding?
    • Hebben studenten inspraak in de aankleding van het lokaal?

 Bied de studenten de kans om zich op verschillende manieren uit te drukken:

  • Peil regelmatig naar de meningen, zienswijzen of ervaringen van de studenten rond een bepaald lesonderwerp of een bepaalde opdracht.
  • Bouw samen met je studenten een redenering op.
  • Durf af te wijken van je vooropgestelde lesopzet. Zorg voor een evenwicht tussen de doelen die je met je studenten wil bereiken en openheid voor de ervaringen van studenten.
  • Hamer niet te veel op correct taalgebruik.
  • Peil naar de voorkennis van studenten. Maak optimaal gebruik van hun “(voor)kennis”.
  • Hanteer diverse werkvormen waarbij studenten een inbreng hebben: brainstormtechnieken, improvisatie, associatieoefeningen, coöperatieve werkvormen, projectwerk,…
  • Geef de studenten de kans om zich op een andere manier uit te drukken bvb. aan de hand van een affiche, stripverhaal, rondleiding, tentoonstelling,…

 Evalueer breed en billijk:

 Studenten houden een portfolio bij. Cf.  Portfolio GOKcompetenties binnen de lerarenopleiding

Concrete inhouden & activiteiten

Vb. In techniek krijgen de kinderen / jongeren de opdracht om water van de ene kant van het lokaal naar de andere kant te krijgen. Ze mogen hiervoor geen emmers gebruiken. De kinderen en jongeren zijn doorgaans erg inventief. Ze maken een “riolering”, bouwen bruggen,…

Lesmateriaal aan een diversiteittoets kunnen onderwerpen

  • Sociaal competente leerkrachten, een werkmap voor de leerkrachtenopleiding, leren omgaan met diversiteit, grenzen en grensoverschrijdend gedrag, seksualiteit en intimiteit. (2001). CGSO Trefpunt / Vormingscentrum Jos van Ussel, Steunpunt Intercultureel Onderwijs Ugent, Refleks: opdracht p 77 e.v. een thema intercultureel verruimen
  • Heb aandacht voor seksuele geaardheid en rollenpatronen. Ga bvb. kritisch om met leer- en onderwijsmiddelen en let erop dat stereotypen en clichés worden doorbroken. Bijvoorbeeld: Een oudje wandelt niet altijd met een wandelstok, een kind kan twee mama’s hebben, een chirurg kan ook een vrouw zijn,…
  • Zowel de aanwezige als de nieuw aan te kopen materialen
  • Mok, I. & Reins, P. (1999). Kieskleurig: handleiding intercultureel lesmateriaal. Utrecht: Parel.
  • Studentenbevraging aan de hand van “Focus”: een screeningsinstrument inzake studiemateriaal, ontwikkeld door de Arteveldehogeschool in samenwerking met Djapo Oost-Vlaanderen naar aanleiding van het ICO/MOVO - project, mede gefinancierd door de provincie Oost-Vlaanderen.
  • Sierens, S. (2000). Wij Zij Ons. Aandachtspunten bij het opstellen van intercultureel deugdelijke leermiddelen. Universiteit Gent: Steunpunt Intercultureel Onderwijs.
  • Sierens, S; (2000). Us them ours / Wir sie unser - Aandachtspunten voor interculturele leermaterialen. Universiteit Gent: Steunpunt Intercultureel onderwijs.

 Brede school

http://www.cmo.nl/: website waar je gratis lesmateriaal kan downloaden om te werken rond onderwerpen als ontwikkelingssamenwerking, oorlog en vrede, mensenrechten, milieu, duurzame ontwikkeling en Europa.

http://www.leraar24.nl/home.psml

http://www.didiclass.nl/ : Deze site bevat videomateriaal voor de lerarenopleidingen. Je kan er cases bekijken met bijhorende tips voor je de lespraktijk.

http://www.vredesopvoeding.be/didactisch_concept.htm Website opgebouwd volgens de principes van probleemgestuurd leren. Je vindt er verschillende cases (kleuter, lager en secundair onderwijs) met bijhorende vragen:

  • Waarover gaat het in deze situatie?
  • Heb je zelf ook al dergelijke situaties meegemaakt?  Vertel!
  • Wat kan je als leerkracht doen in deze situatie(s)?  Wat wil je bereiken?  Motiveer dit ook.
  • Waarover zou je meer moeten weten om met dergelijke situaties te kunnen omgaan? 

Er wordt telkens verwezen naar interessante websites.

Uitwerking

Lenny Gerinckx

Projectmedewerker  “Bruggen bouwen voor gelijke onderwijskansen”, Steunpunt Diversiteit en Leren

 Bronnen:

 De uitwerking kwam tot stand i.s.m. de lerarenopleidingen van de partnerinstellingen van het project “Bruggen bouwen voor gelijke onderwijskansen”.